De stopmachine

Er zijn verschillende stopmachines voor verschillende omstandigheden. Een stopmachine zorgt ervoor dat het spoor wordt gelicht, en dat het spoor wordt geschift. Schiften wil eigenlijk zeggen het spoor zijdelings opschuiven op de goede plaats.

We onderscheiden bij de stopmachine’s 2 werkmethoden:

  • Nivellerend; dat wil zeggen fouten in golflengte tot 20 meter herstellen
  • Corrigerend; dat wil zeggen fouten in golflengte groter dan 20 meter herstellen

De grote stopmachines beschikken over meetlorries waar een laser is opgesteld. Er zijn 4 verschillende soorten stopmachines:

  • Minima
  • Unima
  • Beaver
  • Mainliner

De Minima is de kleinste stopmachine die voor kleine stukken spoor wordt gebruikt tot 60m. Nadeel van de Minima is dat deze weinig kracht heeft, en daardoor minder goed het spoor doet stoppen, en dat hij langzaam is. Verder kan deze machine alleen lichten en niet schiften. De voordelen van de Minima is dat deze door 1 persoon kan worden bediend, en dat hij per vrachtwagen is aan te voeren. Evt. kan de Minima zichzelf voortbewegen om van spoor naar spoor te komen.

De Unima wordt gebruikt voor het stoppen van de wissels en kruisingen. De pikkels zijn te verplaatsen waardoor hij de wissels goed kan stoppen. Achterop de Unima zijn 12 profielvrije krikken voor het stellen van de hoogte van de wissel. De Unima komt op het werk door een dieplader of via het spoor. De Unima kan alleen lichten, en mag niet over grote stukken spoor rijden i.v.m. de rijsnelheid.

De Beaver wordt gebruikt voor grote stukken spoor. De Beaver heeft 8 pikkels waardoor de machine niet in de breedte verplaatst hoeft te worden. In een stopgang kan er 8cm gelicht worden en 10 cm geschift. De Beaver wordt bedient door 2 man verder kan deze ook worden aangesloten op meetlorry’s. Bij iedere dwarsligger moet worden gestopt. En daardoor ligt de snelheid maar op 250m per uur. Verder heb je ook de Unimat, dit is een soort Beaver, alleen kan deze ook worden gebruikt voor het stoppen van de wissels. Beide machine’s komen over spoor. In de cabine kan een controle worden bekeken of het spoor op de goede hoogte licht.

De Mainliner is bijna hetzelfde als de Beaver, het verschil dat deze niet stopt maar langzaam doorrijdt. Dit kan omdat de stopunit zich verplaatst in de lengte van de machine. Hierdoor is de snelheid een stuk hoger (400m per uur). De controle vindt net als bij de Beaver in de cabine plaats. Verder zit er meestal achter een mainliner ook nog een ballaststabilisator.