Compensatielassen

Een compensatielas gebruik je in de spoorbouw bij vaste obstakels. Obstakels zijn o.a. bruggen, voegloze wissen, en voegloze sporen. Al dit soort obstakels zijn voegloos, hieruit blijkt dat een compensatielas alleen voorkomt van voegenspoor naar voegloosspoor. N.b. Er wordt over voegloosspoor gesproken als de spoorstaaf een lengte heeft van 48m of langer, zonder daarin lassen met uitzet mogelijkheid.

Een compensatielas kan maximaal 120mm speling opvangen. Het hart van de compensatielas bevindt zich op extra brede liggers. Verder komen er aan de kant van het hart ook nog 2 gevlakte dwarsliggers. Dit alles wordt verstevigd met het U-profiel. Om te zorgen dat de spoorstaaf niet meteen begint met glijden, worden er geen slijtplankjes toegepast.

Als er een compensatielas gemaakt wordt, wordt eerst gekeken naar de spoorstaaftemperatuur. Dankzij deze temperatuur valt af te lezen hoeveel speling er in de compensatielas moet zitten. Bijv. de spoorstaaf is 25graden, dan moet er voor een UIC54 81mm speling zijn. De 81mm is de maat A van de tekening aan de rechterkant van de tabel. Wat opvalt is dat de NP46 +/-25mm minder grote voeg heeft dan de UIC54. Dit heeft te maken met het nylon blok tussen de punten.

Voor het onderhoud zit er verschil tussen een UIC54 of een NP46 hebt. Een NP46 compensatielas moet worden gesmeerd omdat deze van staal is. De UIC54 mag niet gesmeerd worden omdat de raakvlakken van kunststof zijn.

Ik heb één nachtdienst op Arhnem – Nijmegen meegemaakt, en daar was een compensatielas aanwezig. Er werden namelijk 2 hulpbruggen gemonteerd. De hulpbruggen vallen onder obstakels omdat op die plek de rails niet kan uitzetten. Daarom werden daar compensatielassen toegepast.

Een spoor moet altijd gecontroleerd worden voordat het weer in dienst kan worden genomen. Bij zo’n controle wordt o.a. gelet op de volgende punten:

  • Te vroeg aanrijden van de punt
  • Het dicht zitten van de voeg
  • Breuken en scheuren
  • Losliggen